Beste mensen, beste Henk, Irene
Natuurlijk ben ik ter voorbereiding op mijn speech een kijkje gaan nemen tijdens de opbouw van deze tentoonstelling. En natuurlijk hebben Henk en ik toen met elkaar gepraat. Al was het een eigenaardige dialoog.
Het ene moment was hij zo lang als een lantaarnpaal zodat ik steeds omhoog moest kijken, het volgende moment had hij zich weer onzichtbaar klein gemaakt als een embryonaal paardje, zodat ik naar hem op zoek moest gaan: ’Henk?’ ’Ja,’ klonk het dan verrassend helder en dichtbij, terwijl hij zonder armen voorovergebogen naast me een tukje stond te doen, om plotseling weer grote kolenschophanden tevoorschijn te toveren die zich grijpgraag naar de toekomst uitstrekten, zich daarna weer flinterdun te maken en zich uiterst alert en krijgshaftig op te stellen in de strijd tegen de derde dimensie, en niet te vergeten de strijd tegen het woord: ’Ik heb een hekel aan woorden, ik wil alleen maar beelden!’ Vervolgens ging hij er weer vandoor als een haas die getrouwd is met een aap of vroeg hij onverwacht tweekoppig: ’Do you want to change your life?’ om het antwoord niet af te wachten maar zich op te blazen tot een kolos die er met indringend rode ogen aan toevoegde: ’You cannot escape the consequences of your choice!’ Of zich te ontpoppen als een droevige waarzegger die nergens meer van opkijkt maar alleen nog tegen de aardbodem prevelt: ‘Die zukunft gehört keiner.’ Nadat hij een paar onwaarschijnlijke balletoefeningen had gedaan waarbij zijn hoofd op een gegeven moment zelfs achterstevoren op zijn romp zat zei hij: ’Wat zou het mooi zijn als je inplaats van een speech te houden alleen maar ging huilen.’
’Sjongejonge Henk,’ vroeg ik me hoe langer hoemeer inwendig af: ’wat is er toch allemaal aan de hand, en dan bedoel ik een hele grote HAND met kapitale hoofdletters… Hoe is het toch allemaal zo gekomen? Wat is er gebeurd? Vroeger was je zo’n gezonde…Werkten je ouders niet bij Philips? Wanneer is het begonnen?’
Bij de beantwoording van die vraag werd ik geholpen door het interview van Robbert Roos met Henk, dat in het fraai geïllustreerde boek staat dat ter gelegenheid van deze tentoonstelling is uitgegeven. Als Robbert aan Henk vraagt hoe een beeld ontstaat, of hij vanuit een tabula rasa begint, antwoordt Henk ondermeer: ‘Er ís geen begin. Een kunstenaar antwoordde ooit op dezelfde vraag I always start at the middle. Dat vind ik fantastisch, want je weet eigenlijk niet waar dat is, ik begin zomaar ergens.’
Toen ik dit las moest ik onwillekeurig denken aan het feit dat Henk op 18 september 1950 is geboren, dus bijna precies in het midden van de 20e eeuw. Een eeuw waarin door nationale staten plusminus 170 miljoen mensen werden omgebracht. En dat in naam van de vooruitgang, want de rede die beloofd had de mens vanuit de kwade geschiedenis naar het goede te leiden, had zich juist in dienst van de barbarij gesteld. Al die offers werden namelijk steeds gerechtvaardigd met de redenering dat de geboorte van de ware beschaving slechts kan worden teweeggebracht door een bloederige keizersnede. Het stralende toekomstlicht aan het einde van de historische tunnel heiligde volgens Stalin, Hitler, Mao en anderen immers alle middelen. Waar gehakt wordt daar vallen nu eenmaal spaanders, of zoals Lenin graag herhaalde: je kunt geen omelet bakken zonder eieren te breken. Aldus had de rede zich ontpopt als de advocaat van de waanzin die de beschaving vernietigde. Ja, laten we niet vergeten dat die verschrikkingen het resultaat waren van een optimistische opvatting van het bestaan, oftewel van een gebrek aan tragisch besef.
Het feit nu dat de rede zelf haar verstand had verloren vormt volgens mij de diepere ondergrond van Henks werk. Steeds weer nemen zijn tekeningen en sculpturen de aanspraken van de rede op de korrel. Weliswaar nodigen zijn beelden uit tot een nadere kennismaking, maar dit blijkt vooral om de toeschouwer ervan te doordringen dat zij zich maar amper laten kennen. De Franse filosoof Emmanuel Levinas schreef na de oorlog: ’Een mens ontmoeten betekent wakker gehouden worden door een raadsel.’ Die uitspraak was gericht tegen elke ideologie die het mysterie van de werkelijkheid, de mens en diens toekomst meent te kunnen vatten, die precies weet voor welk groots doel ieder mens geboren is. De beelden van Henk Visch hebben een vergelijkbare strekking: zijn kunstwerken ontmoeten betekent wakker gehouden worden door een raadsel. Neem de sculptuur Die Zukunft gehört keiner, die ergens nog herinnert aan een ronde bol die echter tot schijnbaar vormeloos schuim is uitgebubbeld, als een te lang gekookt ei dat spot met de maakbaarheidsgedachte- ook in die zin dat dit werk gaat over de onmogelijkheid om een vormeloze vorm te scheppen. Zou het toeval zijn dat dit beeld zo prominent voorin het aan Henk gewijde boek staat? Let op het jaartal 1989, het jaar waarin de Berlijnse muur viel. Het jaar waarin het Sowjet-communisme het toneel ruimde voor de ideologen van de vrije zelfregulerende markt die nu op hun beurt de toekomst opeisten. Daarbij gingen ze uit van het zogeheten rationele keuzemodel. Hetgeen wil zeggen dat als de mensen kunnen kiezen iedereen zijn individuele eigenbelang zal nastreven aangezien dit de meest rationele handelwijze is, die uiteindelijk zal leiden tot het geluk van het grootste aantal mensen in de beste van alle mogelijke werelden… Helaas, alweer bleek de rede zich te hebben vergist, opnieuw bleek zij haar verstand te hebben verloren.
Nee, grote verhalen vertellen de beelden van Henk niet, ze reiken slechts suggestieve flarden aan, we mogen op bezoek komen maar zij stellen prijs op hun privacy. Weliswaar bieden zij zich aan onze blik aan, maar zij leveren zich daar slechts voor de schijn aan uit, want zij laten zich nooit helemaal vatten. Ze weten immers hoe penetrerend en heerszuchtig onze blik is, die alles zo snel mogelijk met één oogopslag wil overzien, categoriseren, meten en verklaren. Maar dáárvoor hebben deze wetende vertegenwoordigers van het niet-weten geen tast- en zichtbare vorm aangenomen! Eerder zijn zij op het toneel verschenen om paal en perk te stellen aan de opdringerige expansie van de zogenaamde kennis die alles wil beheersen door het te identificeren en te registreren. Zij weigeren stomweg hun paspoort te laten zien, sterker nog: ze hebben helemaal geen papieren. En tóch eisen deze statenlozen hun plek op, delicaat en weerbarstig, sensueel en afstotend, gewichtloos en zwaar, transparant en gesluierd… Op hun rug liggend als Egyptische papyrusbootjes, of gewoon geheimzinnig gondelend in de Venetiaanse nacht, wegzwierend als balustrades die genoeg hadden van hun balkon, zwijgzaam stenen sjouwend als kleinkinderen van Sisyfus, plotseling versteend de oren spitsend als een haas, behoedzaam met hun antennesprieten de omgeving aftastend als diepzeevissen, gestroomlijnd voortijlend als een waanzinnige snelheidsduivel, heen en weer kaatsend als verdwaasde snookerballen, gewoon maar stilstaand om tijdloos te zijn en in de verte naar het eigen innerlijk te staren, elkaar passerend zonder te groeten, Noord-Koreaans synchroonschaatsend of eenzaam gymnastiekend, voorbij een hekwerk vol jubelende spiralen om verderop in bontgekleurde totemistische bloei te staan, of een meedogenloos cilindrisch monster te wezen dat ons eraan herinnert dat het leven geen grap is…Elkaar aantrekkend en afstotend, confronterend, bezwerend en toch de ruimte gunnend. Kortom: een even vitalistische als dramatische viering van de pluriformiteit.
Wat zich achter deze deuren afspeelt, is, namelijk niet zozeer een vorm van samenleven, maar een groots en uniek experiment in verdraagzaam samen-ZIJN. Hebben we hier dan toch weer te maken met een model voor de toekomst? Dat mag u helemaal zelf bepalen. Maar ik zeg u dit: wilt u van uw pensioen blijven genieten dan redt u dat niet zonder immigratie. Wat niet wegneemt dat er ook hier, het dient gezegd te worden Henk, sprake is geweest van uitsluiting. Zo ben ik er persoonlijk getuige van geweest dat een kunstwerk dat hier al in de zalen aanwezig was, alsnog wegens onaangepast gedrag door de maestro werd weggestuurd. En dat ging bepaald niet zonder een diskwalificerende krachtterm. Stel je voor: als kunstwerk droom je ervan om op een grote solo van je schepper te staan en als je dan zó aan een reunie met je oude maatjes hebt geroken en vlak voor de opening alsnog de deur wordt gewezen, dan is dat zondermeer een traumatische ervaring. Besef je wel wat je je kunstwerken aandoet Henk?, zo vroeg ik me dan ook af. Maar goed, ik wil maar zeggen: ook de wereld van Henk Visch bestaat slechts bij de gratie van grenzen.
’Vanaf de eerste dag van de schepping zweeft het woordje ‘waarom’ door de kosmos. De hele natuur roept de schepper onophoudelijk toe: Waarom? en krijgt maar geen antwoord’, zo zegt kapitein Lebjadkin, een van de personages in Dostojevski’s roman Duivels. Hetzelfde vraagteken zweeft dus ook rond de beelden van Henk Visch. Al lijken zij die vraag ook terug te kaatsen: ‘Waarom niet? Hoezo niet? Wie is hier nou vreemd? Wie is hier nou in de grond geworteld? Jij of wij? Er zat een gat in de ruimte en daarin pasten wij precies. Dacht jij soms dat wij een produkt van de verbeelding waren en jij een rationeel wezen?’… Zodoende zijn de sculpturen van Henk verwanten van de personages in Alice in Wonderland: terwijl Alice van de ene verbazing in de ander valt twijfelen die geen moment aan zichzelf maar herinneren haar eraan dat zij een vreemdeling is: Who do you think you are?, zo luidt de titel van een werk van Henk, ‘WHO ARE YOU !’, vraagt de rups aan Alice. ‘I hardly know sir just at present, at least I knew who I was when I got up this morning, but I think I must have changed several times since then.’ ‘What do you mean by that?’ zegt de rups streng. ‘Explain yourself!’ ‘I can’t explain myself I am afraid sir, because I am not myself you see…’
Tenslotte dit:
Natuurlijk is Henk óók een erfgenaam van de negentiende-eeuwse romantici, het romantische is immers een fantastisch en vindingrijk avontuur en dat geldt ook voor deze tentoonstelling waar het klatsjt als een springtouw, en vloeit en bloeit en spookt. Een avontuur dat zeer goed tot zijn recht komt hier in Kunsthal KAdE. Ten eerste omdat het volkomen logisch is dat een kunstenaar die in het midden van de 20e eeuw is geboren en zijn werk bovendien altijd in het midden begint uiteindelijk een grote solo in het midden van Nederland krijgt. Ten tweede omdat deze expositieruimte met zijn verschillende verdiepingen en de daarmee gepaard gaande kijkjes van boven naar beneden, een grote variatie aan perspectieven biedt die uitstekend past bij Henks werk, dat voortdurend heen en weer slingert tussen het verticale en het horizontale, tussen haast gewichtloze opstijging en verpletterende zwaartekracht. Een avontuur dus zei ik… zonder chronologie of plot, dat koorddanst boven een afgrond, dat speelt met de koude, nietszeggende leegte van de materie. Want een échte romanticus zoals Henk maakt de natuur niet lieflijker dan zij is maar staart ook steeds weer in haar verschrikkelijke muil. Want dát is sublieme poëzie: steeds weer afdalen naar het betekenisloze, alleen in die oergrond kunnen we immers zelf betekenis vinden, zin ontfutselen aan het zinloze en toch het onbegrijpelijke, onvatbare en onuitsprekelijke eer aandoen.
Ik dank u voor uw aandacht en verklaar de tentoonstelling voor geopend!
Rogier Ormeling
Henk Visch Solo t/m 6 mei 2012 Kunsthal KAdE Amersfoort
(van boven naar beneden foto 1: beeldengroep op de achtergrond Enemies of the third dimension, beeld voorgrond Lonely Feelings on Landing. Foto 2 links: I know your face but forgot your name, rechts: Ik was getrouwd met een aap Foto 3: Quelle couleur: van l naar r Robbert, Henk en Irene tijdens speech. 4: Young man with future. 5: The Fortune teller. 6: zonder titel 7: L’absente de tous bouquets. 8: For our young friends. 9: I found real happiness nowhere but it is doubtless here)
naschrift: zie ook de performance bij de opening van een henk visch-expo in het Duitse plaatsje Monschau
performance/kurzkonzert opening Henk Visch expo Monschau 10 …